Werkende jonge mannen van 15 tot 27 jaar die niet meer op school zitten hebben vaker dan jonge vrouwen een inkomen van minimaal 900 euro per maand (bijstandsniveau 2013). Met dit inkomen zijn ze economisch zelfstandig. Dat jonge mannen vaker economische zelfstandig zijn dan jonge vrouwen komt doordat ze meer uren per week werken. Van alle ruim 640 duizend niet-onderwijsvolgende werkende jongeren is 71 procent economisch zelfstandig.
Lees publicatieIn de provincie Groningen zijn veel gemeenten waar maar weinig jongeren van 15 tot 27 jaar werken. Ook in de grote steden in Zuid- en Noord-Holland werken jongeren niet zo vaak. In Amsterdam, Den Haag en Rotterdam is de arbeidsdeelname van jongeren 59 procent, 52 procent en 53 procent. Dat is veel minder dan het landelijk gemiddelde van ruim 62 procent.
Lees publicatieNederland telde begin 2014 bijna 223 duizend kinderen van 0 tot 18 jaar in een bijstandsgezin. Dat is 6,5 procent van alle minderjarige thuiswonende kinderen. In Rotterdam (18,2 procent) en Amsterdam (14,4 procent) lag het aandeel bijstandskinderen fors hoger. Ook Den Haag kwam met 12,3 procent voor in de top tien van gemeenten met de meeste bijstandskinderen. Utrecht niet, maar het aandeel was met 8,1 procent wel bovengemiddeld.
Lees publicatieHet eerste nader onderzoek voor de benchmark beleidsinformatie Jeugd is verricht door Partners in Jeugdbeleid en uitgevoerd op verzoek van de Tweede Kamer. Vanwege de recente start van de jeugdwet en doordat de meeste kinderen al in 2014 in hulp zijn gekomen, kunnen er op basis van de benchmarkcijfers beperkt uitspraken worden gedaan over de relatie tussen jeugdhulpgebruik en de werking van de toegang jeugdhulp bij gemeenten. Wel zijn de cijfers behulpzaam bij het kiezen van gemeenten voor nader onderzoek. Hierbij bleek dat gemeenten de toegang zeer verschillend organiseren. De gemeentelijke rapportages geven een mooi inkijkje in de keuken. Deze casussen geven aan wat mogelijk in andere gemeente ook kan spelen, maar uitspraken over het functioneren van de toegang op landelijk niveau kunnen nog niet worden gedaan. Wel zijn er interessante bevindingen die op hun beurt nader onderzoek verdienen.
Lees publicatieIn het tweede kwartaal van 2015 waren er minder werkloze jongeren die geen onderwijs volgen dan een jaar eerder. De werkloosheid onder deze jongeren (van 15 tot 27 jaar) was 8,2 procent tegen 9,9 procent een jaar eerder. Dat blijkt uit de meest recente cijfers van CBS.
Lees publicatieWerken in een winkel, supermarkt of in de horeca is tijdens de zomermaanden het meest in trek onder scholieren en studenten. Dit zijn al jaren de meest voorkomende bijbanen.
Lees publicatieVier op de tien jongeren (15 tot 27 jaar) in Nederland die geen onderwijs volgen en geen werk hebben, zoeken niet naar werk en zijn ook niet direct beschikbaar voor werk (75 duizend). Arbeidsongeschiktheid en ziekte zijn hiervoor de belangrijkste redenen. Voor jonge vrouwen is de zorg voor het gezin of huishouden ook een belangrijke reden. Jonge mannen gaven haast nooit de zorg voor het gezin en huishouden als reden op om niet op zoek te zijn naar werk en ook niet beschikbaar te zijn hiervoor.
Lees publicatieHet aantal jongeren tot 27 jaar met een Wajong-uitkering is in de eerste helft van 2011 verder toegenomen. Wel is het aandeel volledig arbeidsongeschikten onder de jonge Wajongers afgenomen.
Lees publicatieDe werkloosheid onder niet-onderwijsvolgende jongeren tot 27 jaar was in 2010 bijna 9 procent, iets meer dan een jaar eerder. Vooral onder jongeren zonder startkwalificatie is de werkloosheid hoog. Een op de drie werkloze jongeren staat ingeschreven bij het UWV WERKBedrijf.
Lees publicatieVan de 25- tot 35-jarige hoogopgeleiden die geen onderwijs meer volgen, is bijna 94 procent aan het werk in 2009. Ook onder niet-westerse allochtone hoogopgeleiden is het aandeel dat werkt hoog (89 procent). Bovendien is dit aandeel sinds 2003 flink toegenomen.
Lees publicatie