Van de leerlingen die vier jaar geleden van het voortgezet speciaal onderwijs (vso) kwamen, was 54 procent in 2018 doorgestroomd naar een andere vorm van onderwijs. Ze volgden na het vso met name een vmbo of mbo opleiding. Leerlingen met vso uitstroomprofiel ‘onderwijs’ gingen het vaakst door in het onderwijs. Van de leerlingen met het profiel ‘arbeidsmarkt’, en die niet doorgingen in onderwijs, had 40 procent 2 jaar na afstuderen een baan. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
Lees publicatie
Meisjes volgen vaker dan jongens een mbo-opleiding op het hoogste niveau. Van de meisjes die in het studiejaar 2017/’18 jonger waren dan 25 jaar en een mbo-opleiding volgden, deed ongeveer 60 procent een opleiding op het hoogste niveau (mbo-4). Bij jongens lag dat rond de 51 procent.
Lees publicatie
Naast de verplichte vakken Nederlands, Engels, wiskunde en maatschappijleer kozen vwo-leerlingen die in 2017 slaagden voor hun examen het vaakst voor scheikunde, de havo-geslaagden voor wiskunde A.
Lees publicatie
In 2017/’18 zaten meisjes in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs vaker dan jongens op een hoger niveau dan het definitieve advies dat ze kregen in groep 8.
Lees publicatieHet praktijkonderwijs richt zich op leerlingen die waarschijnlijk geen diploma kunnen halen. Uit CBS-cijfers over de leerlingen die het praktijkonderwijs in 2012/’13 verlieten, blijkt dat meer dan de helft hier drie jaar later wel in was geslaagd. Bijna een kwart was zelfs in het bezit van een mbo-2-diploma of hoger, wat geldt als startkwalificatie voor de arbeidsmarkt.
Lees publicatieBijna de helft van de 15-jarigen in Nederland volgt in het schooljaar 2014/’15 een vmbo-opleiding. Dit aandeel is vooral groot in gemeenten in Groningen en Friesland. Het aandeel vmbo’ers geeft een indicatie van het onderwijsniveau van jongeren in een gemeente.
Lees publicatieMeisjes komen minder vaak in aanraking met jeugdzorg en doorlopen ook het onderwijs soepeler dan jongens. Jongens volgen vaker speciaal onderwijs en verlaten vaker voortijdig het onderwijs. Ook in het hoger onderwijs doen jonge vrouwen het doorgaans beter dan jonge mannen. Op de arbeidsmarkt zijn de rollen omgekeerd. Jonge mannen werken vaker voltijd, hun inkomen is mede hierdoor hoger, hebben een gunstiger carrièreperspectief en zijn vaker economisch zelfstandig.
Lees publicatieIn de periode 2011-2013 had drie kwart van de jongeren van 15 tot 27 jaar die geen onderwijs meer volgden betaald werk. De meeste kans op werk hebben vrouwen met een docentenopleiding of een andere pedagogische opleiding op hbo- of wo-niveau. Dit maakt het CBS vandaag bekend.
Lees publicatieEen op de vijf 15- tot 25-jarigen volgde in het schooljaar 2011/’12 een opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Het aantal mbo’ers is de afgelopen vijf jaar min of meer gelijk gebleven. Het merendeel van de jongeren in het mbo volgt de beroepsopleidende leerweg (bol). De richting gezondheidszorg en welzijn is, vooral onder vrouwen, het meest populair.
Lees publicatieEen steeds groter aandeel 18- tot 25-jarigen volgt een hbo- of wo-opleiding. De toename geldt vooral voor vrouwen en niet-westers allochtone jongeren. Het aandeel jongeren dat een mbo-opleiding doet, bleef de laatste jaren nagenoeg gelijk.
Lees publicatie